Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Desgelijks gij jongen, zijt den ouden onderdanig; en zijt allen [10]elkander onderdanig; zijt met de ootmoedigheid [11]bekleed; want God wederstaat de hovaardigen, maar de nederigen geeft Hij genade. 10. Dit zegt de apostel, niet ten opzichte van elk ambt, geestelijk of wereldlijk, waarin altijd behoorlijk onderscheid moet worden gehouden, maar ten opzichte van de algemene liefde, waarin elk den ander zoveel doenlijk is moet wijken en toegeven. Zie Rom.12:10. 11. Of versierd.